Paarden Bewegingstherapie

Net als bij mensen, kunnen ook bij paarden blokkades voorkomen in het beweging,- en houdingsapparaat. Paarden laten pijn merken door verandering in gedrag of verzet. Bij bewegingstherapie richten we ons op het bewegingsapparaat van het paard. Hierbij kan men denken aan de spieren, gewrichten, pezen, wervelkolom, bekken of het zenuwstelsel. Allereerst is het zaak het paard te verlichten van deze pijn, maar ook zeker belangrijk is, om na te gaan wat de oorzaak daarvan is.

In een onderzoek wordt er bekeken waar het paard mogelijke blokkades heeft zitten en wat de oorzaak daarvan zou kunnen zijn. Doel binnen dit onderzoek is om een individueel behandelplan op te stellen en te behandelen door middel van massage, mobilisatie en/of manuele technieken. Als blijkt dat het probleem elders ligt en niet door mij te verhelpen is, geef ik u advies in een eventueel andere manier van behandeling. Tevens is er een mogelijkheid tot preventieve behandeling. Dit kan er voor zorgen dat problemen vroegtijdig gesignaleerd worden en veel voorkomen kan worden.

Om te lezen waar een behandeling precies uit bestaat verwijs ik u graag naar het stappenplan welke hieronder beschreven wordt. Samen met u houd ik graag uw paard gezond!


1. Anamese

Bij de anamnese(algemeen vraaggesprek) wordt gekeken naar de voorgeschiedenis van het paard en zijn eventuele blessure(s). Denk hierbij aan leeftijd, training, voeding, gezondheid enz. Daarnaast wordt er samen met de eigenaar besproken wat er aan de hand is met het paard en welke hulpvraag er is.

2. Inspectie in stand

Bij de inspectie in stand wordt gekeken naar het algemene beeld van het paard. Hierbij wordt gelet op zowel de mentale als fysieke conditie. Het paard wordt met een gespecialiseerd oog geobserveerd in stilstand.

3. Oppervlakkige palpatie

Bij de oppervlakkige palpatie wordt het paard over zijn hele lichaam bevoeld. Tijdens de palpatie wordt er gelet op de 4 t’s. Temperatuur, textuur, tastgevoeligheid en tensie. Er wordt gekeken naar wat opvalt en dit wordt meegenomen in het totaalplaatje.

4. Ganganalyse

Bij de ganganalyse kijken we naar de beweging van het paard. We vragen of het paard in stap en draf op zowel een harde als een zachte bodem gemonsterd kan worden. Op de zachte bodem wordt ook longeren gevraagd in zowel stap, draf als galop in hoeverre dit mogelijk is en afhankelijk van de klacht natuurlijk. Indien gewenst kan ook onder het zadel een ganganalyse uitgevoerd worden.

5. Palpatie

Na de ganganalyse wordt het paard weer bevoeld om het verschil voor en na beweging te kunnen aangeven. Tevens wordt er iets meer druk gebruikt om te voelen of daar reactie op komt.

6. Functieonderzoek

Bij het functieonderzoek wordt het bewegingsapparaat van het paard gecontroleerd. Dit gebeurt terwijl het paard stil staat. De therapeut beweegt afzonderlijk alle gewrichten van het paard om te kijken wat voor reactie daarop volgt en specifieker aan te kunnen geven waar mogelijk een blokkade zou kunnen zitten.

7. Behandeling

Na het complete onderzoek worden de punten die naar voren zijn gekomen, vergeleken en kan van daaruit een eventuele behandeling plaats vinden. De behandeling bestaat uit massage en mobilisatietechnieken en door training- en revalidatieadvies proberen we het paard weer te laten functioneren.

8. Behandelplan

Samen met de eigenaar wordt een behandelplan gemaakt om het paard weer optimaal te kunnen laten bewegen. Hierbij wordt gekeken naar de rol van de therapeut maar ook zeker die van de eigenaar.